De positie van de mens in het heelal

1. De positie van de mens in het heelal

Alle schepsels en gebeurtenissen die wij met onze zintuigen en verstand kunnen waarnemen, noemen we "het heelal". In het heelal bestaan er talloze zichtbare en onzichtbare schepsels. Allah is degene die al deze schepsels in het heelal heeft geschapen en het heelal heeft geordend. De mens neemt een bijzondere plaats in binnen deze schepsels. Alle schepsels dienen rechtstreeks of onrechtstreeks de mens.

2. De eigenschappen van de mens

Als we onszelf vergelijken met de andere schepsels, ondervinden we dat wij verschillende eigenschappen bezitten. Hieronder vind je deze eigenschappen:

• De mens is een verstandig schepsel: Het verstand is een zeer belangrijke eigenschap die de mens van andere schepsels onderscheidt. Dankzij het verstand kan de mens het goede van het slechte onderscheiden. De mens kan nieuwe dingen uitvinden door het verwerken van de stoffen uit de natuur. Zo kan hij bijvoorbeeld het ijzer bij een werktuig gebruiken, maar andere schepsels kunnen alleen iets produceren waarvoor ze talent hebben. Hierbuiten kunnen zij niets.
• De mens is een denkend schepsel: Van alle schepsels kan enkel de mens denken. Denken is een natuurlijk product van het verstand.
• De mens is een gelovig en biddend schepsel: Een geloof hebben, dit verdedigen en volgens de regels van deze overtuiging leven, is ook een uitzonderlijke eigenschap van de mens.

3. De positie van de mens in de Islam

In de Koran wordt vermeld dat de mens omwille van deze eigenschappen het meest waardevolle schepsel van de wereld is:

"En voorzeker, Wij hebben de kinderen van Adam geëerd. Wij brachten hen op het land en op de zee. Wij gaven hun levensonderhoud van het goede en Wij bevoorrechten hen met een privilege boven vele van de andere schepsels die Wij hebben geschapen." (al-Isra 17/70)

4. De bestemming van de mens

Volgens de Islam heeft Allah (s.w.t.) alles volgens een plan geschapen. Dit houdt in dat alle schepsels met een bepaald doel en talent zijn geschapen. De ontwikkeling van een schepsel en zijn hele leven verloopt volgens het grote plan van Allah. Het volgend Koranvers duidt dit ook aan:

"Hij (Moesa) zei: "Onze Heer is degene die aan ieder ding zijn vorm (talent) gegeven heeft en het daarna geleid heeft." (at-TaHa 20/50)

 Quiz over de positie van de mens in het heelal

1. Wat wordt in de tekst bedoeld met "het heelal"?

• A. Alle schepsels en gebeurtenissen die wij met onze zintuigen en verstand kunnen waarnemen.
• B. Alle schepsels en gebeurtenissen die wij met onze zintuigen kunnen waarnemen.
• C. Alle schepsels en gebeurtenissen die wij met ons verstand kunnen waarnemen.

2. Wat is volgens de tekst de bijzondere plaats van de mens in het heelal?

• A. De mens is het enige schepsel dat kan denken.
• B. De mens is het enige schepsel dat verstand heeft.
• C. De mens is het meest waardevolle schepsel van de wereld.

3. Welke eigenschappen onderscheiden de mens van andere schepsels?

• A. Verstand, denken en geloof
• B. Verstand, denken en creativiteit
• C. Verstand, denken en empathie

4. Wat wordt in de tekst bedoeld met "intellectueel schepsel"?

• A. Een schepsel dat denkt
• B. Een schepsel dat verstand heeft
• C. Een schepsel dat gelooft

5. Wat is volgens de tekst de bestemming van de mens?

• A. De mens is bedoeld om Allah te aanbidden.
• B. De mens is bedoeld om de wereld te verbeteren.
• C. De mens is bedoeld om gelukkig te zijn.

6. Welke eigenschap van de mens wordt in de tekst niet genoemd?

• A. De mens is een gelovig schepsel.
• B. De mens is een denkend schepsel.
• C. De mens is een gevoelig schepsel.

7. Welke zin is volgens de tekst juist?

• A. Alle schepsels dienen de mens direct of indirect.
• B. Alle schepsels dienen de mens alleen indirect.
• C. Alle schepsels dienen de mens alleen direct.

8. Welke zin is volgens de tekst juist?

• A. De mens is een denkend en gelovig schepsel.
• B. De mens is een denkend en gevoelig schepsel.
• C. De mens is een gelovig en gevoelig schepsel.

9. Welke zin is volgens de tekst juist?

• A. De mens is het enige schepsel dat de wereld kan verbeteren.
• B. De mens is het enige schepsel dat Allah kan aanbidden.
• C. De mens is het enige schepsel dat gelukkig kan zijn.

10. Welke zin is volgens de tekst juist?

• A. De mens is bedoeld om te leven volgens de regels van de samenleving.
• B. De mens is bedoeld om te leven volgens de regels van zijn eigen overtuiging.
• C. De mens is bedoeld om te leven volgens de regels van de Islam.

Juiste Antworden: 1-a, 2-c, 3-a, 4-b,5-a, 6-c, 7-a, 8-a, 9-b, 10-c

Totaal score:

• 0-5: Je hebt de tekst niet goed begrepen.
• 6-8: Je hebt de tekst redelijk goed begrepen.
• 9-10: Je hebt de tekst goed begrepen.