2-19 Tweede Kalief: Omar Ibn-oel Khattaab - Islam Lessen

Laatste Nieuws

10-02-2015

2-19 Tweede Kalief: Omar Ibn-oel Khattaab

1.De bekering van Omar

Drie dagen nadat Hamza zich tot de Islam bekeerde, deed Omar Ibn oel khattaab dat ook. Hij staat bekend als de veertigste moslim. Voordat hij moslim werd had hij de hardste acties gevoerd tegen de moslims.

Op een nacht hoorde hij in het geheim de profeet (vzmh) uit de Koran lezen tijdens zijn gebed bij de Ka°ba. De waarheid drong tot zijn hart door maar hij hield vast aan zijn standpunt. Op een dag droeg hij een zwaard en vertrok om de profeet (vzmh) te vermoorden. Hij kwam een man tegen die hem vroeg: “Waar ga je naar toe, Omar?”. Hij antwoordde: “Ik wil Mohammed vermoorden”. “Hoe ontsnap je dan aan de wraak van Beni Haasjim en Beni Zuhra als je Mohammed vermoordt” zei de man. Omar zei: “Ben jij soms bekeerd?”. Hij zei: “Omar, zal ik je eens iets heel vreemds vertellen? Je zus en je zwager zijn bekeerd”. Omar vertrok woedend naar hen. Bij hen thuis was Khabab Ibn Al°art die soera “Taha” uit de Koran juist voorlas. Toen ze hoorden dat Omar kwam, raakten ze in paniek en heeft de zus van Omar het blad verstopt. Hij liep naar binnen en vroeg: “Wat hoor ik hier?”. Ze antwoordden: “We waren gewoon aan het praten”. Omar zei: “Of zijn jullie soms bekeerd?”. Zijn zwager zei: “Omar! wat als de waarheid zich ergens anders bevindt dan in je eigen religie?”. Omar pakte zijn zwager en sloeg hem vreselijk. Zijn zus probeerde hem tegen te houden waarna hij haar een klap gaf. Dat veroorzaakte een wond in haar gezicht, zodat het ging bloeden. Zij werd kwaad en zei: “Omar! de waarheid is niet in je eigen religie te vinden. Ik verklaar dat er geen andere God bestaat dan Allah en dat Mohammed Zijn gezant is.”

Omar voelde zich hopeloos en had wroeging om wat hij gedaan had. “Mag ik dat blad dat jullie hier hebben?” vroeg hij. “Dan kan ik het lezen.” Zijn zus antwoordde: “Jij bent onrein en alleen reine mensen kunnen het aanraken, ga je wassen”.

Hij deed dat, pakte het blad en las: “In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle” en zei: “Lofwaardige en reine namen” en heeft verder gelezen tot aan: “Voorwaar, Ik ben Allah, er is geen god dan Ik. Aanbid mij daarom en onderhoud de salat om Mij te gedenken.” Omar zei: “Dit zijn prachtige uitspraken. Waar kan ik Mohammed vinden?”. Khabab liep hem achterna en zei: “Wees verheugd Omar. Ik hoop dat de smeekbede van de profeet (vzmh) donderdagnacht voor jou bedoeld was.” De profeet had een smeekbede verricht op die nacht en had gezegd: “O Allah, versterk de Islam met één van de twee mannen; Omar Ibn oel khattaab of Abu Djahl Ibn Hisjaam”. Khabab vertelde hem daarna dat de profeet (vzmh) zich in het huis van Al°arkam bevond. Omar vertrok naar het huis en klopte op de deur. Een man achter de deur zag dat hij een zwaard bij zich had en vertelde dat aan de profeet (vzmh). De aanwezigen kwamen bij elkaar. Hamza zei: “Wie is er aan de deur?” “Omar” zeiden ze. Toen zei hij: “Doe dan die deur open. Als hij goede bedoelingen heeft vindt hij die ook bij ons en als hij slechte bedoelingen heeft, vermoorden wij hem met zijn eigen zwaard.” De profeet (vzmh) kreeg op dat moment een openbaring.

Hij kwam naar buiten en trok Omar bij zijn kleding naar zich toe. Hij zei tegen hem: “Houd je hiermee op Omar of wacht je tot Allah jou hetzelfde lot heeft toebedeeld als Alwalid Ibnul mughira?” Hij voegde er aan toe: “O Allah, dit is Omar Ibn oel khattaab. O Allah, versterk de Islam met Omar Ibn oel khattaab.” Waarna Omar zei: “Ik verklaar dat er geen andere god is dan Allah en dat u de gezant van Allah bent.” De aanwezigen zeiden daarop, gezamenlijk “Allahoe akbar” d.w.z. “Allah is grootste”, dat gehoord werd in de moskee.

2.De reactie van de afgodendienaars ten opzichte van de bekering van Omar

Omar, moge Allah met hem tevreden zijn, was een moedig man. Toen hij moslim werd ging hij naar de grootste vijand van de profeet en de moslims onder de inwoners van Koeraisj; Abu Djahl.

Hij klopte aan op zijn deur, Abu Djahl kwam naar buiten en zei: “Welkom. Wat is er aan de hand?”

Omar antwoordde: “Ik kom om jou te vertellen dat ik in Allah en in Zijn gezant Mohammed geloof”. Abu Djahl gooide de deur achter zich dicht en zei: “Moge Allah jou en je bericht vervloeken”.

Omar vertrok daarna naar zijn oom Al°aas Ibn Haasjim, bracht hem daarvan op de hoogte en mocht van zijn oom het huis binnen. Daarna is hij naar Djamil Ibn Ma°mar Aldjamhi gegaan, de snelste berichtverspreider in Koeraisj, en vertelde hem dat hij moslim was geworden, waarna Djamil hardop riep: “Omar heeft zijn religie verlaten”.Omar zei: “Dat is een leugen, ik ben moslim geworden”.

De mensen vielen Omar aan waarna zij tot de ochtend hebben gevochten. Toen hij naar zijn woning terugkeerde volgden zij hem om hem te vermoorden. Het waren er veel. Al°aas Ibn Wail As-sahmi uit Beni Sahm kwam op dat moment, zijn stam was een bondgenoot voor Beni U’day, de stam van Omar. Hij zei tegen Omar: “Wat heb je?”. “Jouw mensen beweren dat zij me zullen vermoorden als ik moslim wordt”, zei Omar. Al°aas reageerde: “Maar ze kunnen niet bij jou terechtkomen”, liep naar buiten en zag een grote groep mensen bij de vallei en vroeg hen: “Waar willen jullie naar toe?” Zij antwoordden: “Ibn oel khattaab heeft zijn religie verlaten”. Hij vertelde hen dat ze niet bij hem terecht konden, waarna zij terugkeerden.

3.De versterking van de Islam en de moslims door de bijkomst van Omar

De moslims ondervonden van het feit dat Omar zich tot de Islam had bekeerd veel steun en kracht. Daarvoor verrichten ze het gebed in het geheim. Toen Omar moslim werd zei hij: “O gezant van Allah, wij zijn toch op het rechte pad, of we nu blijven leven of dood gaan?”. De profeet (vzmh) antwoordde: “Jawel”. Omar zei: “Waarom de geheim-houding dan? Ik zweer bij Degene die jou met de waarheid heeft gezonden, dat we naar buiten toe moeten gaan”. Met Hamza in een rij en Omar in een andere rij liepen zij in twee rijen de straat op totdat zij de gewijde Moskee “elmesdjid oel haraam” binnen liepen.

De mensen van Koeraisj werden erg bedroefd toen zij dat zagen. Vandaar dat Omar later ‘al faroek’ werd genoemd, dat wil zeggen de scheider tussen het goed en het kwaad. Ibn Mas°ud heeft in dit verband gezegd: “Wij hebben onze hoogmoedigheid niet meer verloren, sinds Omar moslim werd. Wij konden niet vlak voor de Ka°ba bidden totdat Omar zich tot de Islam had bekeerd.”

Suhaib heeft ook gezegd: “De Islam verscheen pas helemaal toen Omar moslim werd. Vanaf dat moment kon de verkondiging plaatsvinden in het openbaar en wij konden rondom de Ka°ba zitten en lopen. We kregen toen rechten van wie ons hadden onderdrukt en konden hen ook tegenspreken.”

4.Omar als kalief

Omar is de tweede kalief na Aboe Bakr. Aboe Bakr raadde de mensen aan om Omar als kalief te benoemen. Oorspronkelijk stond hij vijand tegenover de moslims. Nadat hij bekeerd was, is hij zijn hele leven lang een grote steun geweest voor de moslimgemeenschap.

In zijn tijd was de Islam al verspreid over Syrië, Palestina, Irak en Iran. Hij gebruikte de oorlogsbuit voor het welzijn van de veroverde gebieden. Hij heeft zichzelf of zijn familie niet verrijkt.

Uit verre vreemde landen kwamen afgezanten naar Omar. Ze vroegen dan waar het palijs van Omar lag en ze waren dan altijd heel verbaasd te horen dat Omar in een eenvoudige lemen hut woonde. Hij had maar één mantel en die was op vele plaatsen opgelapt. ’s Nachts ging hij er vaak in zijn eentje op uit om mensen, die in nood verkeerden, te helpen.

Een van de vrouwen van onze profeet was trouwens de dochter van Omar.
Op een morgen, tijdens het gebed, werd hij door een Iraniër met een giftige dolk vermoord.
Omar is in de nabijheid van de tombe van onze profeet begraven.



5.Voordeel Van Rechtvaardigheid

Rechtvaardigheid leidt tot zielenrust. Wat gematigdheid betreft dit is veel meer omvattend dan rechtvaardigheid, want dit raakt ieder levensterrein van de moslim. Het houdt het juiste midden tussen overdaad en ontzegging, die beide afkeurenswaardig zijn.

Ten aanzien van devotie staat gematigdheid gelijk aan het nakomen van de religieuze verplichtingen zonder overdrijving en evenmin verwaarlozing. Hetzelfde is het geval met uitgaven: het juiste weten te houden tussen gierigheid en verkwisting.

Allah prijst als volgt gematigde mensen:

“.... En die zich in hun uitgaven niet overmatig noch terughoudend betonen, maar zich tussen de twee uitersten in het juiste midden bevinden... ...zij zullen toegang tot de hoogste plaatsen, aangezien zijn constant waren”. (Furkan: 25/ 67, 75)

Gematigdheid is de tweelingzuster van rechtvaardigheid. Dit is één van de meest sublieme eigenschappen. In de eerste aangezien zijn de mensen belet de grenzen, die Allah gesteld heeft, te overschrijden en hen stimuleert om fatsoenlijk de religieuze verplichtingen na te komen zonder er ook maar iets van te verwaarlozen.

En vervolgens aangezien ze hem leert om kuist te zijn, en zich tevreden te stellen met het geen geoorloofd is en af te zien van alles wat verboden is.

De glorie en de eer, die Allah hem als volgt toekent, zijn voor hem voldoende: “Als zij de rechte weg blijven volgen, zullen Wij hem overvloedig water te drinken geven”. (Djinn: 72/15)

“Waarlijk zij, die zeggen: “Onze Heer is Allah en zich vervolgens correct gedragen, zullen geen vrees kennen, noch droefenis! Zij zijn voor eeuwig de beërvers van het Paradijs, als beloning voor wat zij deden”. (Ahqaf:46/ 13.14), (Minhaj el Moslim; deel:2)

6.Rechtvaardigheid van Omar

Men levert over dat een keizer een afgevaardigde naar Omar Ibn oel Khattab zonde om te informeren naar zijn situatie en naar wat hij deed. In Medina aangekomen, zocht hij hem:

“Waar is uw koning?” zei hij tot de inwoners.

“Wij hebben geen koning,” zei men hem, “maar een emir! Hij is ergens buiten de stad”. Hij ging hem zoeken. Hij vond hem tenslotte liggen op het zand met zijn stok onder zijn hoofd. Hij had een stokje, dat hij altijd in zijn hand had en dat hij gebruikte om ongepastheden mee te bestraffen. Hem in deze positie aantreffend gaf hij zich over aan bespiegelingen en zei: “Een man, die door alle koningen gevreesd wordt, zodat zij nauwelijks kunnen stand houden uit angst voor hem, leidt een dergelijk leven! Maar uw rechtvaardigheid heeft u toegestaan van een vredige slaap te genieten. Onze onrechtvaardige koning verlaat zich altijd, ongerust, op zin lijfwachten”.

7.Omar en de weduwe

Iedere nacht verliet Omar leider en ‘imam’ van de moslims zijn huis en ging in het geheim wandelen in de straten van de stad. De mensen die hem niet herkenden, zeiden openlijk tegen hem wat ze van hun leider dachten. Op een keer, laat in de nacht, bemerkte Omar een vuur. Hij gaat dichterbij om beter te zien: kinderen gingen om het vuur zitten met hun moeder die het avondeten leek klaar te maken. Soms stond de vrouw op en keek in de ketel.

Het wachten duurde lang en de kinderen begonnen een voor een te huilen van de honger. De moeder kalmeerde de kinderen vriendelijk en troostte hun door te zeggen dat de maaltijd bijna klaar was. Daarna ging de vrouw op haar knieën zitten en begon uit alle macht in het vuur te blazen zodat de maaltijd sneller klaar zou zijn.

Maar, moe van het wachten, waren de kinderen een voor een in slaap gevallen zonder iets gegeten te hebben. Toen de moeder zich ervan had overtuigd dat alle kinderen ingeslapen waren, doofde zij het vuur en barstte in tranen uit. Verwonderd richtte Omar zich tot de vrouw en keek in de ketel. Hij geloofde zijn ogen niet: de ketel was met stenen gevuld. Hij vroeg aan de vrouw om hem uit te leggen wat zij gedaan had; zij ant­woordde met tranen in de ogen, dat zij niets had om klaar te maken voor de kinderen om hun honger te stillen.

Zonder één minuut te verliezen, haastte Omar zich naar huis, bracht meel en wat er nodig was om een goede maaltijd klaar te maken en keerde terug naar de weduwe. Hij knielde zelf om in het vuur te blazen en het vlugger te laten koken. Toen de maaltijd klaar was, maakte hij de kinderen wakker en gaf hen te eten. Nadat ze gegeten hadden keerde hij terug naar huis.

Omar kon niet slapen. Na de adzan voor het ochtendgebed ging hij naar de moskee om het gebed te leiden. Na het gebed richtte Omar zich tot de moslims en kondigde aan: vanaf vandaag heeft ieder kind het recht gratis gevoed, gekleed en verzorgd te worden, hun ouders zullen iedere maand genoeg geld ontvangen om het kind een gelukkig en vreugdevol leven te verzeke­ren.

Geen opmerkingen: