Lagerschool Leerplan 6. Leerjaar - Islam Lessen

Laatste Nieuws

03-03-2014

Lagerschool Leerplan 6. Leerjaar

Geloofsleer

I. Het geloof in Allah

1. De mens is een verstandig en gelovig wezen
2. Er heerst orde in het heelal en alles is met maat geschapen
3. Ik leer de eigenschappen van Allah
    3.1. Allah heeft Goddelijke eigenschappen (Sifâtoe’d dzâtî)
      3.1.1. Allah Bestaat en is de Enige
      3.1.2. Allah heeft geen gelijke
    3.2.. Allah heeft attributen (Sifâtoe’ŝ ŝoebôetî)
      3.2.1.. Allah is de Schepper
      3.2.2. Allah hoort, weet en ziet alles
      3.2.3.. Allah is Almachtig
4. Allah is met ons
5. Ik zet me in, ik vertrouw Allah en ik heb succes!
6. Allah heeft mooie namen: Asmâ’oe’l Hoesnâ
    6.1. Allah heeft mooie namen die liefde uitdrukken
    6.2. Allah heeft mooie namen die barmhartigheid en mededogen uitdrukken.
    6.3. Allah heeft schone namen die Zijn kracht uitdrukken.
Sôera Al Ichlâs

II. Al-Qadâ Wa'l-Qadar (het lot en voorbestemming)

1. Allah heeft elk wezen een lot toegekend. .
2. Elke mens heeft een bestemming.
    2.1. De mens is een verstandig, vrij en aansprakelijk wezen.
    2.2. De mens krijgt enkel waar hij voor gewerkt heeft. (Inspanning en Levensonderhoud (rizq).
    2.3. Elke ziel zal de dood proeven. dood, al-Adjal en Leven
3. Ik doe mijn best en vertouw Allah: at-Tawakkoel.
Sôera Al Mâ°ôen

Aanbidding

I. Het gebed (As-Salât)

1. Wat is het gebed (salât) en waarom wordt er gebeden?
2. Voorwaarden van het gebed
    2.1. Voorbereiding van het gebed
     2.1.1. Rituele reiniging (Tahâra): woedôe’ , ghoesl, tayammoem
     2.1.2. Andere voorwaarden van de voorbereiding
     2.1.3. Voorwaarden tijdens het gebed
     2.1.4. Oproep tot het gebed: adzân en iqâma
3. Soorten gebeden: Fard en Soenna - verplicht en aanbevolen
    3.1. Dagelijkse gebeden (5 dagelijkse gebeden)
    3.2. Het gezamenlijk gebed (Djamâ°a)
    3.3. Het vrijdaggebed (Salâtoe’l Djoem°a)
    3.4. Het uitvaartgebed (Salâtoe’l Djanâza)
    3.5. Het feestgebed (Salâtoe’l °îd)
4. Wat maakt het gebed ongeldig?
5. De verdiensten van het gebed
Smeekbeden van Qoenôet en betekenis

II. De Bedevaart (Al-Hadj)

1. Wij richten ons tot het heilig land: Hadj.
2. De Hadj van mensen die dat kunnen veroorloven is het recht van Allah: (Wijsheden van hadj)
3. Ik leer de rituelen van hadj.
4. Ik niet, wij zijn er.
5. Wij mogen de Ka°ba altijd bezoeken: °Oemra

III. Het offer

1. Het geschenk van Allah: De ram, het verhaal van Ibrâhîm (°a.s.)
2. Het offer brengt ons dichter bij Allah en de mensen.
Sôera Al Kawŝar en betekenis

Het leven van de profeet

De laatste profeet, Mohammed (v.z.m.h.)

1 .De oproep van Mohammed (v.z.m.h.): Mekka periode
   1.1. Eerste openbaring: Lees in de naam van uw Heer Die heeft geschapen!
   1.2. Uitnodiging van de naaste omgeving
   1.3. Verspreiding van de uitnodiging
   1.4. De belevenis van Hidjra
2. De oproep van Mohammed (v.z.m.h.): Medina periode
   2.1. De moskee van de Profeet en zijn maatschappelijke functie
   2.2. Onderwijs en opleidingsactiviteiten
   2.3. Stichting van de maatschappelijke vrede
3. Het verdrag van Hoedaybiyya en de verovering van Mekka
4. Afscheidsbedevaart - Afscheidspreek
5. Het overlijden van onze Profeet (v.z.m.h.)
Sôera an Nasr en betekenis

Koran

De basis educatieve eigenschappen van de Koran

1. De hoofdbron van islam: de Koran
2. De verhelderende en begeleidende Koran
   1. De relatie tussen de mens en God in de Koran
   2. De onderlinge relatie tussen mensen in de Koran
   3. De relatie tussen de mens en het heelal in de Koran
   4. De relatie tussen Allah en het heelal in de Koran
3. De Koran leidt naar het goede en verbiedt het kwade
Sôera Al Qadr en betekenis

Zedelijkheid

Wat moeten wij vermijden?

12. Liegen en bedriegen
13. Roddelen en lasteren
14. Stelen
15. Jaloezie, Hasad
16. Pesten
17. Hoogmoed, Takabboer
18. Vooroordelen hebben
19. Zoeken naar andermans gebreken
20. Onbeleefdheid tegen moeder, vader en ouderen
21. As-Sjirk en soorten afgoderij
22. Laat ons niet onverschillig zijn voor slecht gedrag
Âyatoe’l Koersî en betekenis

Godsdienst en cultuur

De periode na Mohammed (v.z.m.h)

4. Gaan jullie terugkeren als de Profeet sterft?
5. Wie wordt de leider van de moslims?
6. Wij leren de “al Choelafâ’oe’r rasjidôen” , rechtgeleide kaliefen kennen..
    6.1. De eerste kalief en trouwe vriend van de Profeet, Abôe Bakr (r.°a)
    6.2. De tweede kalief en voorbeeld van gerechtigheid, °Oemar (r.°a.)
    6.3. De derde kalief en voorbeeld van vrijgevigheid, °Oeŝmân (r.°a.)
    6.4. De vierde kalief en voorbeeld van kennis en moed, °Ali (r.°a.)
Doe°â’ van de begrafenis (Al-Djanâza)

Geen opmerkingen: